Klachten
Depressie
Depressie is een aandoening waardoor je je bijna dagelijks somber voelt. één op de vijf mensen krijgt ooit met een depressieve stoornis te maken. Meestal speelt een combinatie van biologische, sociale en psychische factoren een rol.
Een depressie kan een paar weken of zelfs maanden duren. Sommige mensen raken in hun leven één keer depressief, andere mensen krijgen vaker last van een depressie. Bij ongeveer 50% van de mensen duurt een depressieve periode korter dan drie maanden. Bij 15 tot 20% van de cliënten wordt de depressie chronisch, dat wil zeggen dat de depressie wel meerdere jaren kan duren. Periodes met zware klachten worden dan soms afgewisseld met periodes waarin het beter gaat.
De kans op een terugval, dat betekent dat een depressie terugkomt, is groot. Daarom is er bij de behandeling van depressie steeds meer aandacht voor het voorkomen van een terugval.
Over het algemeen spreken we van een depressie als je dagelijks, meer dan 2 weken lang, last hebt van onderstaande symptomen. Tekenen van depressie zijn:
- Je bent somber of neerslachtig
- Je hebt minder plezier in het leven
- Je eet minder of juist meer
- Je hebt last van slapeloosheid
- Je bent vermoeid
- Je hebt last van concentratieproblemen
- Je denkt aan zelfdoding
GGZ Denazorg biedt verschillende behandelmogelijkheden voor een depressie. Het is mogelijk om een reguliere, face-to-face, behandeling te volgen op de locatie, een 100% online behandeling te volgen of een gedeeltelijke online behandeling te volgen. Of je de behandeling nu volgt op locatie of online via beiden opties krijg je een volwaardig en kwalitatief goede behandeling aangeboden onder begeleiding van een van onze behandelaars.
De volgende behandelvormen zetten wij vaak in: cognitieve gedragstherapie, Interpersoonlijke psychotherapie, Acceptance and Commitment therapie en het kop-model. In sommige gevallen is het noodzakelijk dat we gesprekstherapie combineren met medicatie.
Daarnaast bieden wij ook Cognitive Behavioral Analysis System of Psychotherapy, CBASP voor chronische depressie.
Angst
Angstgevoelens kunnen opgewekt worden bij een dreigend gevaar. Hierdoor wordt de vecht-of-vlucht reactie op gang gezet. In gevaarlijke situaties kunnen angstgevoelens nuttig zijn.
Angst ervaren in bepaalde situaties is dus heel normaal, zolang die angst na een bepaalde tijd ook maar weer verdwijnt. Gebeurt dat niet en ben je de grootste gedeelte van de dag (buitenproportioneel) angstig of heb je al een langere tijd geregeld last van angst in ongevaarlijke situaties? Dan kan er sprake zijn van een angststoornis.
In veel gevallen ontstaan angststoornissen al in de kindertijd. Soms groei je er als kind overheen, maar je kunt er ook jarenlang last van blijven houden als jouw klachten onbehandeld blijven. De oorzaak van een angststoornis verschilt per persoon. Een angststoornis kan ontstaan na een ernstige, ingrijpende gebeurtenis, door een lichamelijke ziekte of door bepaalde middelengebruik.
Er zijn verschillende angststoornissen te onderscheiden waaronder paniekstoornis, dwangstoornis (OCS), gegeneraliseerde angststoornis (GAS), Posttraumatische Stress Stoornis (PTSS) en sociale fobie vallen.
Ongeacht om welke angststoornis het gaat, bij elke angststoornis is de angst overdreven en onredelijk (en dat weet de persoon ook), is er sprake van vermijding en/of psychisch lijden bij blootstelling aan de angst en beïnvloeden de angstklachten in significante mate de dagelijkse bezigheden (werk, studie, sociale activiteiten en relaties).
Een paniekaanval is het best te omschrijven als een golf van intense angst die je plotseling overvalt. Dit duurt doorgaans enkele minuten tot een half uur en zwakt daarna weer af. Het hebben van een paniekaanval wordt vaak als enorm heftig ervaren. Je lichaam maakt het stresshormoon adrenaline aan om snel te reageren op een mogelijk gevaar.
Wanneer je een paniekaanval hebt, kun je het gevoel krijgen dat je gek wordt, de controle verliest of zelfs doodgaat. Andere angstaanval symptomen zijn hartkloppingen, koude rillingen, misselijkheid, druk op de borst en een gevoel van ademnood. De grootste vrees van iemand met een paniekstoornis is het krijgen van een nieuwe paniekaanval.
Onderstaande symptomen kunnen voorkomen bij een paniekaanval:
- hartkloppingen
- trillen of beven
- transpireren
- benauwdheid
- misselijkheid of maagklachten
- duizeligheid
- angst voor controle verlies
- een onwerkelijk gevoel
- koude rillingen
- angst om dood te gaan
Een paniekstoornis is goed te behandelen middels cognitieve gedragstherapie en medicatie. Een combinatie van beide kan vaak effectiever zijn. Daarnaast is het ook van belang dat je voldoende blijft bewegen, goed slaapt, goed eet en dat je minder koffie of energiedrankjes nuttigt. Probeer ook zo veel mogelijk te ontspannen. Dat kan bijvoorbeeld door rustig te ademen of meditatieoefeningen te doen. Tot slot willen we je adviseren om zo veel mogelijk te blijven doen; door de dingen te blijven doen die je eng vindt, leer je met de spanning omgaan.
Bij een dwangstoornis, ook wel obsessieve compulsieve stoornis (OCS), wordt er onderscheid gemaakt tussen een dwanggedachte en een dwanghandeling, ook wel ‘obsessies’ en ‘compulsies’ genoemd. Dwanghandelingen worden veroorzaakt door dwanggedachten; de handelingen volgen om je innerlijke onrust weg te nemen.
De dwangstoornis die het meest voorkomt is smetvrees, maar ook controledwang komt vaak voor. Een voorbeeld: als je thuis weggaat controleer je meerdere keren of het gas wel uit staat. Of: je checkt voortdurend of je wel alles bij je hebt.
Bovenstaande handelingen voert iedereen wel eens uit, maar als je een dwangstoornis hebt vertrouw je je eigen waarnemening niet meer. Daardoor controloleer je voortdurend of het gas wel uit staat. In plaats van dat deze controle je onzekerheid wegneemt, word je alleen maar meer onzeker. Een dwangstoornis gaat bijna nooit vanzelf over en kan ernstiger worden naarmate je meer stress hebt.
Voorbeelden van dwanghandelingen zijn:
- steeds weer controleren of iets wel precies op de goede plek staat
- steeds controleren of een kraan goed dicht zit
- heel vaak handen wassen, steeds maar weer
- op een trap steeds bepaalde treden overslaan
- een bepaalde handeling steeds een vast aantal keer doen, bijvoorbeeld 3 keer in de handen klappen voor u de voordeur opendoet
- alle oude kranten bewaren en netjes op stapeltjes zetten op een vaste plek die nooit mag veranderen
- dingen op een tafel steeds heel netjes en precies naast elkaar leggen
- in uw hoofd steeds rijtjes tellen
- voortdurend bidden
U doet dwanghandelingen om iets ergs te voorkómen, zoals:
- het overlijden van een dierbaar familielid
- het maken van een fout met ernstige gevolgen
- een woede-uitbarsting
- besmetting met een ernstige ziekte
Cognitieve gedragstherapie is een bewezen en effectieve methoden bij het behandelen van een dwangstoornis. Deze therapievorm bestaat uit twee onderdelen: exposure met responspreventie en cognitieve therapie. Daarnaast kan de behandeling ook ondersteund worden met medicatie.
Ook is het belangrijk dat je voldoende beweegt, goed slaapt en geruststellende gedachten oproept; kijk eens kritisch of er wel een reden is om zo bang te zijn. Bedenk vervolgens welke geruststellende gedachten jouw kunnen helpen. Schrijf deze gedachten op zodat je ze op moeilijke momenten kunt nalezen. Vaak lukt het dan beter de angstige momenten te doorstaan en rustig te blijven tot je jezelf beter voelt.
Een gegeneraliseerde angststoornis ontstaat meestal langzaam. Het kan ook zijn dat je je eerste klachten krijgt nadat je iets heftigs meegemaakt hebt. Zoals een lichamelijke ziekte of veel stress op je werk. Maar dit hoeft niet altijd zo te zijn. Je maakt je veel zorgen om allerlei dingen, terwijl daar eigenlijk geen reden voor is. Zo kan het zijn dat je je heel druk maakt om je gezondheid, terwijl je kerngezond bent. Of dat je je zorgen maakt om ontslagen te worden, terwijl het eigenlijk prima gaat op je werk.
In het begin kun je merken dat je vaak angstig, onrustig, gespannen of zenuwachtig bent. Zonder goed te weten waarom. Misschien wil je ook vaker alleen zijn en ontwijk je nieuwe situaties liever.
De volgende symptomen komen vaak voor:
- je bent vaak angstig en hebt bange voorgevoelens
- de angst en bezorgdheid blijven niet beperkt tot één specifiek onderwerp
- het kost je veel moeite om je zorgen de baas te blijven
- het lukt u niet om te stoppen met piekeren
Daarnaast heb je last van minimaal 3 van onderstaande symptomen:
- je voelt je geïrriteerd, rusteloos of opgejaagd
- je bent vermoeid
- je hebt concentratieproblemen
- je bent prikkelbaar
- je hebt last van spierspanningen
- je hebt problemen met inslapen
De behandeling bestaat uit medicijnen of cognitieve gedragstherapie of een combinatie van beide. Ook is het belangrijk dat je genoeg blijft bewegen, goed slaapt en goed blijft eten. Stress, cafeïne, drugs en alcohol maken je angsten vaak erger. Daarom is het meestal beter om veel minder koffie en alcohol te drinken en geen drugs te gebruiken.
Een posttraumatische stressstoornis (PTSS) is een psychische stoornis die op elke leeftijd kan ontstaan na het ervaren van een traumatische gebeurtenis. Het heeft vaak een grote impact op verschillende delen van je leven, zoals je sociale relaties en werk-/schoolprestaties. Ongeveer 10% van de mensen die te maken hebben gehad met een traumatische gebeurtenis, ontwikkelt hierna PTSS. Uit onderzoek blijkt dat het hebben van steun uit de omgeving ervoor zorgt dat je minder snel PTSS ontwikkelt. Bij traumatische gebeurtenissen kan je denken aan:
- lichamelijk of seksueel geweld
- je verkeerde in een situatie waar je leven in gevaar was.
- Als de nare gebeurtenissen lang duren, vaak terugkomen of heel erg zijn.
- Het meemaken van een natuurramp of oorlogsgeweld.
Ook heb je meer kans op PTSS als je in jouw beroep te maken krijgt met agressie en geweld. Bijvoorbeeld als:
- hulpverlener bij politie, brandweer, ambulance of in het ziekenhuis
- machinist of machinist
- militair
Psychische klachten die bij PTSS vaak voorkomen zijn:
- Terugkerende, onvrijwillige en pijnlijke herinneringen aan de gebeurtenis;
- Nachtmerries;
- Flashbacks;
- Last hebben van prikkelbaarheid en woede-uitbarstingen (zonder goede reden);
- Roekeloos of zelfdestructief gedrag;
- Concentratieproblemen;
- Overdreven schrikachtig zijn;
- Altijd waakzaam zijn;
- Moeite hebben met in- of doorslapen of onrustig slapen;
- Een aanhoudende negatieve stemming hebben (zoals angst, boosheid, schuldgevoelens, schaamte);
- Duidelijk minder geïnteresseerd zijn in het doen van belangrijke activiteiten;
- Het gevoel hebben minder verbonden te zijn met anderen en je sociaal terugtrekken;
- Moeite hebben met het ervaren van positieve emoties (zoals geluk, tevredenheid of liefde);
- Vermijdingsgedrag.
Een PTSS is goed te behandelen met EMDR of Cogntieve gedragstherapie (imaginaire exposure en Imaginaire rescripting)
Deskundigen zijn het erover eens dat volwassenen met PTSS in de eerste plaats door middel van therapie behandeld moeten worden. Medicatie mag dus niet standaard worden ingezet als een behandelmethode. Medicatie wordt pas ingezet als therapie niet of onvoldoende werkt.
Als je een sociale fobie hebt, ook wel sociale angst genoemd, ben je erg onzeker en bang dat andere mensen je niet aardig vinden. Je bent bang om kritiek te krijgen, of om gepest of uitgelachen te worden. Sociale contacten en sociale bezigheden ga je daarom liever uit de weg.
De situaties waarin een sociale angststoornis tot uiting komt, kunnen verschillen. We spreken van een ‘specifieke sociale angst’ als je voornamelijk bang bent in één specifieke situatie. Dat kan bijvoorbeeld zijn wanneer je een presentatie of praatje moet houden voor een groep. Als je last hebt van een ‘gegenaraliseerde sociale fobie’ ben je bang in verschillende soorten situaties.
Als je last hebt van een sociale fobie kan je geneigd zijn om sociale situaties uit de weg te gaan, maar hierdoor wordt de angst in stand gehouden.
Op momenten dat je erg angstig bent kan je de volgende klachten krijgen:
- hartkloppingen, zweten, koude rillingen, duizeligheid en beven
- benauwdheid, een vervelend gevoel in de borst
- tintelingen of een doof gevoel in handen en/of voeten
- droge mond, misselijkheid, maagpijn, braken of diarree
- het gevoel dat de omgeving er anders uitziet
- het gevoel dat je de controle over jezelf verliest of gek wordt
Zo’n aanval van angst (paniek) kan minuten tot uren duren. Meestal gaan de klachten snel over als de situatie waarvoor je zo bang bent, is verdwenen.
In het algemeen zijn bij sociale fobie zowel cognitieve gedragstherapie als medicamenteuze behandelingen werkzaam. Beide therapievormen lijken ongeveer even effectief te zijn. Deze behandelingen kunnen apart of ook in combinatie gegeven worden. Meestal wordt als eerste stap voor cognitieve gedragstherapie gekozen.
Het accent ligt bij onze behandelingen op een geleidelijke confrontatie met de situaties waarin je een paniekaanval kan krijgen. Heb je bijvoorbeeld een fobie om te spreken voor een groep, dan zullen wij daar in de therapie juist mee oefenen.
Onverklaarde lichamelijke klachten (SOLK)
SOLK is een afkorting en staat voor Somatisch Onvoldoende verklaarde Lichamelijke Klachten.
Er is sprake van SOLK als lichamelijke klachten langer dan enkele weken duren en als er bij adequaat medisch onderzoek geen aandoening is gevonden die de klachten voldoende verklaart. Het kan ook gaan om klachten waar wel een lichamelijke aandoening aan ten grondslag ligt, maar waarbij de klachten ernstiger of langduriger zijn of het functioneren sterker beperkt is dan op grond van de aandoening verwacht mag worden.
Meestal heeft de patiënt gedachten, gevoelens en gedragingen over de klachten die buitenproportioneel zijn. Tijdens de behandelingen wordt hier veel aandacht aan besteed.
Psychose
Met psychotische symptomen of kenmerken worden hallucinaties en wanen bedoeld. Een hallucinatie is een zintuiglijke waarneming zonder dat er een externe prikkel is. Iemand kan dingen horen, zien, voelen, proeven en ruiken die voor de omgeving niet waarneembaar zijn. Stemmen horen is een relatief veel voorkomende hallucinatie, ook wel auditieve of akoestische hallucinatie genoemd.
Wanen zijn sterke en vaak emotioneel geladen overtuigingen die botsen met de overtuigingen van mensen in de omgeving. Wanen kunnen heel onrealistisch zijn (bijvoorbeeld het idee achtervolgd te worden door buitenaardse wezens), maar soms is het moeilijk om een waanidee vast te stellen (bijvoorbeeld de overtuiging de gave te hebben om aura’s te zien en te kunnen beïnvloeden). In zo’n geval is het belangrijk om bij de omgeving na te gaan of bepaalde denkbeelden passen bij de culturele en sociale omgeving van iemand.
Bipolaire Stoornis
Een bipolaire stoornis noemt men ook wel een bipolaire depressie of een manische depressie. Bij een bipolaire stoornis heb je veel last van stemmingswisselingen. Iemand met een bipolaire stoornis is het ene ogenblik erg vrolijk, uitgelaten en optimistisch (deze periode heet manie of hypomanie) en het andere moment plots neerslachtig en depressief.
De symptomen van een bipolaire stoornis verschillen per episode. Zo heeft de manische periode zijn eigen verschijnselen en de depressieve periode kent ook zo zijn eigen symptomen.
Een manische episode wordt kenmerkt door grootheidsideeën en onbezonnen acties, spraakzaamheid, psychose, veel zelfvertrouwen en moeite met controleren van gedachtes. Een depressieve episode kenmerkt zich door desinteresse in omgeving en dagelijkse activiteiten, neerslachtigheid, slaapproblemen en rusteloosheid.
Persoonlijkheidsstoornissen
Wanneer onze negatieve, starre trekjes ons gaan tegenwerken en we ons niet meer kunnen aanpassen aan de omgeving, spreken we van persoonlijkheidsproblematiek. Hierbij gaat het bijna altijd om sterke vormen van ‘gewone’ persoonlijkheidstrekken zoals jaloezie, gevoeligheid voor kritiek, bindingsangst, impulsiviteit, afhankelijkheid, perfectionisme, verlegenheid, enzovoort.
Bij een persoonlijkheidsstoornis zijn bepaalde persoonlijkheidstrekken zo sterk aanwezig, dat het je niet meer lukt om je aan te passen. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis hebben het daardoor lastig in contact met anderen. Ze lopen helaas vaak vast op verschillende terreinen van hun leven: thuis, op school, op het werk en in hun sociale leven.
Wanneer kom ik niet in aanmerking voor een behandeling bij Denazorg?
- Suïcidaal gedrag met een hoog suïcide risico
- Schizofrenie
- Verstandelijke beperking
- Eetstoornissen
- Aanpassingsstoornissen
- Relatieproblematiek
- Forensische zorg, nazorg na detentie en criminaliteit
- Agressie disregulatie als enig diagnose